Donkel de maar
ik ben gekummen en zaa zo manches land
en heev eer all geküsset de hand
en et waar
donkel de rnaar en donkel de strand
donkel de wellen en donkel meijn innerland
Een daag ik zee een foere
de waart schoon douzend jaar
en zaa schoon douzend maare
wat mals verborgen waar
en et waar
donkel des maar en donkel de strand
donkel de wellen en donkel meijn innerland
ik fraag wat et woud zeije
wat mag mir weee dout
ze geev mir drouwe beije
dat mag man zeij gut voer meijn houbt
en et waar
donkel des maar en donkel de strand
donkel de wellen en donkel meijn innerland
lk heev et nu genommen
en zaa eijn nieuwes licht
hevv douzendjaar gewonnen
de oude foer verlischt
en fast nook waar
donkel des maar en donkel de strand
donkel de wellen en donkel meijn innerland
Nu kummen ondre leude
en fraagen douzend zach
ik zaa schoon douzend lande
en geev eer all eijn dach
en et waar waar waar
donkel de maar en donkel de strand
donkel de wellen en lichte ineijn innerland
|